Afscheidsverhaal Amazonereis

4 december 2018 - Santo Domingo, Dominicaanse Republiek

We varen momenteel op onze laatste dag aan boord langs de noordkust van Cuba en ik schrijf nu wat waarschijnlijk mijn laatste reisverhaal wordt van deze cruise.

Het laatste land dat we hebben bezocht is de Dominicaanse Republiek, een land dat op het eiland Hispanolia ligt, tussen Cuba en Puerto Rico, én dat eiland deelt met Haïti. Zoals met alle eilanden in de Cariben, werd ook om dit eiland hevig gestreden door de Fransen, Engelsen en de Spanjaarden. Bij de Vrede van Rijswijk (ik heb nooit geweten dat Rijswijk een belangrijke rol in de wereldgeschiedenis gespeeld heeft), werd het deel dat nu Haïti is aan de Fransen toegewezen. Het hele eiland is ook nog een tijdje helemaal Frans geweest, maar uiteindelijk weer terugveroverd door de Spanjaarden. Hier wordt dus Spaans gesproken.

We hebben ons vooral opgehouden in de hoofdstad (met 3,7 miljoen inwoners!) Santo Domingo de Guzmán. Hoewel de gids niet naliet om elke keer als hij de hoofdstad noemde dat 'de Guzmán' erbij te noemen, zal ik het nu verder gewoon over Santo Domingo hebben.

Aan de oostzijde van de stad ligt het Parc Nacional Los Tres Ojos, met - anders dan de naam veronderstelt - niet drie, maar vier ondergrondse meertjes (ojos = ogen). Nadat je de ingang van het park bent binnengegaan, waarbij je een armbandje om je pols krijgt, kom je bij een trap die je de grotten binnenvoert. Heel apart is dat de grotten een verbinding hebben met de wereld boven zodat er best veel groen en licht 'ondergronds' te vinden is. Het vierde, later ontdekte, meertje kun je alleen bereiken via een met de hand voortgetrokken 'veerbootje' (een vlonder met wat hekwerk bevestigd op een aantal olievaten met plaats voor tien toeristen per keer). Dat veerbootje ligt op het enige water dat zich in het pikkedonker bevindt. Ook hier weer tot vermaak van de toeristen een 'springer'. Volgens de gids had deze 'Tarzan van de grotten' als enige toestemming om in de meertjes te zwemmen.

Na een vermoeiende klim terug naar boven zijn we met de bus richting het oude centrum van Santo Domingo vertrokken. Ook daar weer een vermoeiende wandeling in de vochtige hitte o.a. langs de theologische faculteit van de orde der dominicanen (de naamgevers van het land). Het was heerlijk om even in de koelte van de kathedraal (de oudste in dit deel van de wereld: bouw gestart in 1523) bij te komen. De excursie eindigde met een bezoek aan het ambermuseum.

Tot besluit nog een paar zaken die ik nog niet genoemd heb.

We hebben op het schip twee keer een vals alarm gehad. Een keer zaten we in de eetzaal en een keer lagen we al in bed. Op dit schip heb je behalve de elektronische toeter ook nog de ouderwetse alarmbellen, die een enorme herrie maken, dus je bent wel gelijk klaarwakker. In beide gevallen was het een motor die ze aan het testen waren, die rook veroorzaakte. We lagen beide keren aan wal, dus dan is de schrik toch niet zo heftig. Verder was ook nog iets wat we niet eerder hadden meegemaakt: de kapitein die via de intercom een oproep doet om bloed te komen geven (bloedgroep 0) voor een 'medical emergency'. Alleen voor donoren met een "donorpas". Een oproep waar, hoorden we achteraf, massaal gehoor aan werd gegeven. 

Nu is de eerste koffer gepakt en gaan we dadelijk in de diningroom onze galgenmaal eten en onze laatste (12e) fles wijn soldaat maken.

Morgen hebben we in Fort Lauderdale nog een excursie met een echte ouderwetse rivierboot, nadat we de VS weer zijn binnengelaten (vorig jaar duurde dat bijna drie uur in lange rijen!), waarna we aan onze vluchten via New York naar Amsterdam beginnen. 

Tenzij er tijdens de terugreis nog iets interessants gebeurt, is dit het laatste verhaal van de blog.

Foto’s