Weer een waterval

28 juli 2019 - Ísafjörður, IJsland

Kun je eigenlijk ooit genoeg krijgen van watervallen? Het is een merkwaardig verschijnsel dat dat vallende water ons op de een of andere manier blijft fascineren. Ik moet me hier in IJsland echt beheersen om niet élk watervalletje dat we tegenkomen (en dat zijn er nogal wat!) te willen vastleggen voor het nageslacht. De echt grote watervallen hier in IJsland hebben we nu wel gezien (zoals de Gullfoss, de Góðafoss en de Dettifoss), hoewel ik het ook niet erg zou vinden om er nóg eens naar toe te gaan. Maar toch als er een excursie is naar een voor ons nog onbekende waterval kunnen we het niet laten.

Ísafjörður ligt -  zoals de naam inmiddels doet vermoeden – aan een fjord in de Westfjords. Dat is een gedeelte van IJsland dat als een soort hanenkam aan het noordwesten zit vastgeplakt. Vandaaruit is het zo’n anderhalf uur rijden naar de Dynjandi-waterval, volgens de toeristische informatie een van de fraaiste en spectaculairste watervallen. Die móésten we zien.

In een busje met 24 man togen we erheen. De weg ernaartoe was ook al de moeite waard. Dynjandi ligt aan het derde fjord ten zuiden van Ísafjörður. We moesten dus de drie bergruggen die tussen de fjorden liggen passeren. Onder de eerste gingen we door, door een tunnel van 10 km, die voor het grootste gedeelte enkelbaans was (geldbesparing!), met om de honderd meter inhammen waar je moet wachten op het tegemoetkomende verkeer (het verkeer van zuid naar noord heeft voorrang). Na die tunnel werd de weg al snel onverhard en dat zou hij blijven tot de waterval. De overtocht over de derde bergrug was over een (tweebaans, maar toch vrij smalle) onverharde weg, met enge bochten langs steile afgronden en dat alles zonder vangrail of muurtje. Geen weg die ik zelf graag zou rijden met mijn auto. Tijdens de afdaling heb je wel een prachtig uitzicht op het Arnarfjord waaraan de waterval ligt.

Het was weer klauteren geblazen om wat dichterbij de waterval te komen die inderdaad heel spectaculair was. Aan de bovenkant is hij zo’n 30 meter breed en stort dan over een hoogte van 100 meter trapsgewijs naar beneden tot zo’n 60 meter breed. In de benedenstroom van de waterval, bevinden zich nog een aantal kleine watervalletjes die ook allemaal een eigen naam hebben gekregen.

IJslanders hebben niet zoveel op met de veiligheid van toeristen lijkt het wel, want om een beetje in de buurt te komen moet je echt over allerlei rotspartijen klauteren, waarbij je moet wachten op mensen die van de andere kant komen. Als het regent (wat het gelukkig niet deed; we hadden na de regen van gisteren weer prachtig weer) zijn de stenen spekglad en levensgevaarlijk. Eigenlijk geen doen voor een 70-jarige zoals ik. Maar goed, je ziet ook mensen met stokken naar boven strompelen (een van de dames uit ons busje (niet Mieke) durfde niet meer naar beneden en moest door drie man geholpen worden). Ik denk dat IJsland, zeker nu het toerisme toeneemt (ook bij de waterval begon het erg druk te worden) in de toekomst echt iets aan de veiligheid moet gaan doen met fatsoenlijke trappen en looppaden, want anders gebeuren er ongelukken.

Nadat ik weer veilig beneden was aangekomen, ging de reis weer langs dezelfde weg terug. Dit keer met een stop voor koffie en IJslands gebak en een paar fotostopmomenten en met de nodige toelichting door de gids, dit keer een Russische die in Duitsland een IJslander aan de haak geslagen had.

PS Ik weet niet of jullie het gemerkt hebben, maar ik liep steeds een dag achter met mijn verhalen. Nu hebben we een zeedag en ben ik met dit verslag van gisteren weer bij.

Foto’s

3 Reacties

  1. Marie-Louise de Zwart:
    28 juli 2019
    Wij kunnen het ons helemaal voorstellen, watervallen blijven zo fascinerend.

    Veel plezier nog.
  2. Marijke:
    29 juli 2019
    Ja ik vind watervallen ook geweldig, vooral ook met het geluid erbij!
  3. Frans en Mieke:
    29 juli 2019
    Kijk bij de video's.